HenkErikPiet.reismee.nl

Resumé of terugblik, maar is er eigenlijk wel wat terug te blikken??

*Om de privacy van de betrokkenen te beschermen is gebruikgemaakt van gefingeerde namen. Deze zijn bij de redactie bekend.

Resumé of terugblik, maar is er eigenlijk wel wat terug te blikken??

Maak af waar je mee begint zei de opa van mijn zoon altijd. Waar op ik altijd antwoordde: Heb spijt van de dingen die je wel gedaan hebt en krijg geen spijt van dat wat je niet hebt gedaan.

Nadat we in 2016 en 2017 twee gedeeltes van de ”Camino” hadden afgelegd bleven de woorden van opa in mijn hoofd rondspoken. “Maak af………….”

Gelukkig was ik niet de enige die toch iets mistte want Henry* en Pierre* bleken hetzelfde gevoel te hebben.Na enige keren schriftelijk, telefonisch, per Skype, mail, Whattsapp en zelfs onder het genot van een lekker biertje te hebben overlegd besloten we dit jaar het ontbrekende “stukje” te doen. Want wees nou eerlijk, in vergelijking met de 1300 en 850 km die we al hadden gedaan waren de ongeveer 500 resterende kilometers toch maar een peulenschilletje.

Echt veel tijd, lees zin, was er in de training van onze slappe spieren niet gestoken. Goed, ik moet eerlijk zijn, er was voor één slappe spier een uitzondering gemaakt.Henry* fietste regelmatig van Veenendaal naar Ede, Pierre* had de nodige meters afgelegd, maar vooral “echte” hellingen van wel 13% bedwongen in Schotland en ik had met het rijden van het ene aperitief naar het andere ook 52,3 fietskilometers in de benen.

Kortom, we waren goed voorbereidt.

Voor dat ik verder ga moet ik eerlijk zeggen dat ik geen zin en totaal niet gemotiveerd was om mijn fiets weer te pakken. Dit jaar druk geweest met veel dingen en diep in mijn hart hoopte ik dat het niet door zou gaan. Het “slechte” nieuws dat de auto van Pierre* het niet deed en naar de garage moest leek voor mij goed uit te pakken.Toen het bericht kwam dat de auto te repareren bleek kwam er toch geheel onverwachts een klein gevoel naar boven van: Toch wel leuk om met z’n drieën weer op pad te gaan.

Gedurende de dinsdag dat Henry* en Pierre* op weg waren hadden we regelmatig telefonisch contact. Dit om te voorkomen dat ze s ‘avonds met een handvol rennies naar bed moesten omdat de smaak van aangebrand eten een stevige laag zuur in hun maag had achtergelaten.En zo gebeurde het dat we om half twaalf aanschoven aan tafel.Het eten werd met het nodige vocht naar de maag begeleid en toen de borden leeg waren bleek het iets moeilijker om deze vochtige stroom een halt toe te roepen.

Ik weet niet meer hoe laat het was, we hadden genoeg te bespreken en gezien de foto’s hadden Henry* en Pierre* het hééééél gezellig.

Of het nu zo was dat Henry* en Pierre* zo moe waren van de reis, teveel gegeten of gedronken hadden maar iets voor elven kwamen ze met slaperige koppen en dikke korsten in de ooghoeken naar beneden.

“O ja, we zouden nog gaan fietsen”

Het “geluk” was niet geheel aan onze kant want het begon zodra we op de fietsen stapten te regenen. Dit was de eerste regen die sinds maanden naar beneden kwam en de combinatie met de heuvels waar me overheen moesten zorgde binnen enkele minuten voor een spekgladde weg.

Henry* had geen enkele moeite met deze “dodelijke” combinatie, Pierre* had er toch wat moeite mee maar het voorwiel van mij dat maar ronddraaide als een hond die voor het eerst een aanloop neemt over een bevroren vijver liet me de moed in de spreekwoordelijke schoenen zinken.Het was zo glad en stijl dat ik zelfs uit mijn karretje moest klimmen en achter de fiets moest lopen (nou ja lopen) om naar boven te komen. De natte bladeren en het natte wegdek hadden een pact gesloten om mij nog te ontmoedigen want het duurde maar even voor ik op mijn bek lag. Op dat moment kwam het goed van pas dat mijn moeder veel tijd had gestoken in het bijbrengen van de grondbeginselen van het geloof. Ik zal eerlijk zijn ik heb niet de hele bijbel achterste voren opgelezen maar het waren toch een groot aantal hoofdstukken.

Ik lag dus op de grond en kon nog net het voorwiel van m’n fiets pakken die had besloten om naar huis terug te rijden. Daar lag ik dan op mijn buik, het hoofd in de richting van het begin van de helling, ik kon nog net het voorwiel grijpen om te voorkomen dat mijn fiets alleen terug ging. “HIER BLIJVEN KLOTE DING, IK GA MET JE MEE NAAR HUIS!!!!!!!!!!!!!

Of het nu was dat ik te lang weg bleef of dat het feit dat hij hoorde dat de catechisatieles was begonnen is me nog steeds niet duidelijk maar daar kwam Henry* de heuvel af.“Kan ik je misschien helpen” vroeg hij met tranen in de ogen (ongetwijfeld van het lachen).

"Nou graag!!!” brulde ik. Een kwartiertje later reed ik met frisse tegenzin weer verder.

De eerste keer dat “de man in de bruine jas” moest duwen.

We zouden de achterstand inlopen door niet via Rocamadour maar via Cahors te rijden.Op een kruising werd de kaart en het blauwe boekje van Pierre* (nee niet het rode van Mao) gepakt om te kijken of er tussen de kruising en Cahors nog slaapplaatsen te vinden waren. Met de snelheid waarmee we ons voortbewogen en de resterende tijd die we nog hadden voor het donker besloten we in Gourdon een slaapplek te zoeken.Normaal rijdt ik in 35 min naar het centrum van dit mooie stadje en nu zat ik al bijna 5 uur op mijn stalen ros en waren we er nog niet.

Het oudere echtpaar waar we sliepen was zo blij dat ze in de herfst iemand zagen dat ze buiten al begonnen om een gesprek met ons aan te knopen. De eerste vraag is meestal waar we vandaan komen en de tweede of het niet zwaar is om met twee van die vreemde driewielers vooruit te komen.Op de eerste vraag werd geantwoord dat we uit Nederland en Marcillac st Quentin kwamen. De man vertelde dat hij daar een nicht heeft wonen. Toen ik hem vroeg waar dit dan was bleek dat ze 100 meter van ons vandaan woont.

We kregen op de eerste verdieping een kamer met eigen badkamer en nadat we enige tijd de binnenkant van onze oogleden bekeken werden we wakker met door geluid van een draaiende betonmolen wat uit onze buiken kwam en we besloten we opzoek te gaan naar een plekje om te eten. In het centrum van de wereldstad Gourdon werd een echte Brasserie gevonden alwaar we op het terras een heerlijke maaltijd tot ons namen.

s’ Ochtends had de vrouw des huizes een ontbijt klaar gemaakt waar menig restaurant of hotel jaloers op zou kunnen zijn. Geperste sinaasappels (uit een flessie), koffie, thee, yoghurt, verschillende eigenbaksels brood, fruit en natuurlijk het enige echte Fraanse stokbrood. Mooi voor elkaar zou je denken maar er was geen Ai. We wilden haar niet lastig te vallen en kwamen er al snel achter dat het zonder ook een prima ontbijt was.

Om tien uur gingen we met overlopende magen op pad richting Cahors.

Onderweg kwamen we langs prachtig gelegen dorpjes

Maar het bleven pittige puisten waar we overheen moesten.

Ik had ooit een aantal aandelen van de steenoven in Boissières gekocht en nu we toch in de buurt waren besloot ik om mijn achterstallige winstuitkering maar eens op te halen.

Om de schoorsteen heeft ooit een oven in de vorm van een ronde circustent gestaan maar daar was, net zoals mijn winstuitkering, weinig meer van over. Er stonden nog een paar gebouwen maar de boekhouder was nergens meer te zien.

Het laatste stukje richting Cahors liep lekker naar beneden en aangezien het nog vroeg was besloten we een stop te maken op een terras. Daar werd, onder het genot van een café gourmand en een colaatje besloten om nog een stukje door te rijden naar het plaatsje Hospitalet. We waren Cahors nog niet uit of de weg liep direct weer omhoog, niet zo verwonderlijk want deze stad ligt in een dal aan de rivier de Lot.

De brug waar we overheen reden was niet zo mooi als de oude brug die een stukje verderop lag.

Het ging na Cahors dus hoofdzakelijk heuvel, beter gezegd bergop. Er deden zelfs spieren zeer waarvan ik niet eens wist dat ik ze had. Knieën, schouders maar vooral m’n rug begon te laten merken dat ik ze tijden lang verwaarloosd had.

Er zijn drie kenmerken waaraan een berg moet voldoen. Je gaat eerst omhoog, vervolgens kom je op een plek welke “top” heet om daarna weer naar beneden te gaan. We hadden geluk want ook deze berg had een top en toen Pierre* en ik een half uur na Henry* ook boven kwamen waren we nog net op tijd om met hem de, al begonnen, maaltijd te nuttigen.

Nog een paar kilometer fietsen en we zouden in l’Hospitalet zijn. Ook hier is de ontvolking van het platteland aan de gang maar gelukkig ontmoeten de mensen elkaar nog in de plaatselijke kroeg/restaurant/kruidenier/postkantoor. Een soort multifuncioneel gebouwtje dus. Er speelden een paar kinderen op straat en toen ze het “circus van Jeroen Bosch” zagen aankomen renden ze naar binnen waarop vervolgens de kroeg “leegstroomde”.

“On cherche gite la Trigonina” riepen we in het voorbijgaan. Oftewel we zijn op zoek naar onze slaapplaats. De dame die we voor het reserveren aan de telefoon hadden gehad zei dat het na het dorp na ongeveer 2 à 3kilometer linksaf was. Wij reden dus verder en het ging lekker bergaf. Inderdaad, dat vrouwen iets slechter een afstand kunnen schatten wisten we al (zij hebben heul veul andere kwaliteiten) maar na een minuut of twintig hadden we toch wel zo iets van zitten we wel goed. Er werd weer gebeld en de man die we aan de lijn kregen vertelde dat zijn vrouw links en rechts nog wel eens verwisselde.

DAT HADDEN WE DUS AL GEMERKT!!!!

Na een half uurtje reden we moe, uitgeput maar tevreden hun terrein op.Rémy, de eigenaar kwam direct naar buiten, begon onze fietsen te bewonderen en stelde natuurlijk de vragen waar ik het eerder al over had.Tassen afgeladen en naar binnen gebracht waarna we direct aan tafel gingen om een overheerlijke ovenschotel naar binnen te werken. Ook dit gebeurde natuurlijk onder het genot van een echte Franse vloeibare versnapering.Na het eten hebben we nog een tijdje ons Duits geprobeerd op te halen met de twee Oosterburen die hier ook hun overnachting hadden geboekt.

Halverwege de avond besloot de eigenaar nog even achter de “bijna” goed gestemde piano te kruipen om een paar meezingers te laten horen.We gingen redelijk vroeg naar bed om ook weer redelijk vroeg op te staan, we hadden een lange rit voor de boeg.

Daaaaaaaaaaaggggggg, tot ziens.

L’Hospitalet- Auvillar via Moissac.

Vandaag wilden we proberen om de ongeveer 60 kilometer verder gelegen stad Auvillar te bereiken. Mijn gewrichten begonnen nu wel heel erg pijn te doen en er werd halverwege de dag bij een apotheker gestopt. We werden daar door een hele charmante dame geholpen en Henry* leek even te vergeten waarvoor we waren gekomen. Even later kwamen we met een handvol pijnstillers en smeerpasta naar buiten om onze weg te vervolgen.

In de loop van de middag kwamen we in Moissac, een mooie plaats met oude gebouwen en een prachtige abdij die midden in de stad ligt. We stopten op een marktplein bij een hotel/restaurant en gingen opzoek naar een slaapplaats in Auvillar.Laten we nou net de pech hebben dat er een pottebakkersfeest gepland was dat weekend.

Na een telefoontje of tien te hebben gepleegd en de moed al bijna te hebben opgegeven werden we door een dame teruggebeld met de mededeling dat zij ook vol zat. Tja, waarom bel je dan?? De telefoon werd doorgegeven en ik kreeg iemand met een zware stem (een man waarschijnlijk) aan de lijn. Het was Florian en hij had nog wel plek. Mooi, dat was dus ook geregeld. Moissac werd nog met een bezoekje vereerd en we moesten weer verder, maar niet nadat ik de foto’s met u heb gedeeld.

De abdij van Moissac die in in centrum van de stad staat (met dank aan Michelin)

Met daarnaast een prachtige kloostertuin.

Leuk, de mensen wisten waarschijnlijk dat we zouden komen want de straten hadden ze zelfs versierd.

Moissac ligt aan de rivier de Tarn die een kilometer of vier verder overgaat in de Garonne welke vervolgens eindigt in Bordeaux. Aangezien de rivieren de loopt van het terrein volgen en dus nogal kronkelen is er ooit bedacht en begonnen met een kanaal te graven wat van de Atlantische oceaan naar de Middellandse zee loopt. Dit heet het “Canal des deux mers” het kanaal van de twee zeeën dus. Een gedeelte hiervan is het, u waarschijnlijk, welbekende Canal du Midi wat van de Middellandse zee naar Toulouse loopt.Na Toulouse gaat het Canal latéral a la Garonne heten en loopt gedurende 193 kilometer bijna evenwijdig aan de rivier.Het kwam ons wel goed uit dat dit kanaal langs Moissac en Auvillar stroomt dus de weg was lekker vlak en we schoten zo lekker op.

Begin 1836 is met de bouw van het kanaal begonnen om in 1858 tevreden op het gedane werk terug te kijken. De officiële opening vond pas plaats in 2010! De reden? Ze waren nadat het kanaal af was het gegraaf zo spuugzat dat ze het totaal vergeten waren om het feestelijk te openen.

In dit kanaal zitten 53 sluizen maar er zijn nog 58 sluiswachtershuizen. Dat is vreemd zou je zeggen maar in 1974 is de “Pente d'eau de MONTECH “ geopend en heeft 5 sluizen vervangen. Hier is een grote helling van 443 meter lang gemaakt om een hoogteverschil van 13,3 meter te overbruggen. Langs deze helling rijden twee dieseltreinen die met een grote schep het water tegenhouden of omhoog duwen zodat een boot in ongeveer 8 minuten van het lage gedeelte omhoog gaat. Andersom kan natuurlijk ook.

Onderweg nog even boodschappen gedaan in Malause, voor de verandering was ik weer een keer aan de beurt om te koken en tegen half zes waren we bij onze slaapplek aangekomen.Florian, de eigenaar van de gite is een kleurrijk figuur. Toen we aankwamen liep hij op blote voeten in een ruim zittende broek met een even ruim zittende trui. We wisten niet dat ”de zak van Max” hier ook bekend was.Het stuk grond wat bij het huis ligt is compleet verwilderd met bananenplanten van wel vier meter hoog, metershoge kruiden planten en nog veel meer groene zooi.

Het leek er eerder op dat we op onze, nooit verstuurde, aanzichtkaarten konden zetten “Groeten uit de rimboe”

Uitzicht vanaf de eerste verdieping.

Het mooiste was nog, toen we hem er lachend over aanspraken, hij antwoordde dat hij twee jaar geleden met een buurman had afgesproken dat deze het onderhoud van de tuin zou doen op voorwaarde dat Florian twee keer in de week voor hem zou koken.

Was Florian nou zo een slechte kok of de buurman een slechte tuinman?????

Volgens Florian kon het niet aan hem liggen want de buurman schoof sindsdien wekelijks aan tafel aan om de “inwedige mensch” tevreden te stellen.

Tegen de voorgevel stond een bank vol met tientallen potten huisgemaakte jam en een uitgeputte Pierre* Maar wel met een prachtig uitzicht.


Florian huurde het uit ongeveer 1800 stammende pand van een al even excentriek figuur. Deze man heeft geen vaste woon of verblijfplaats en zelfs geen internet om maar eens iets ergs te verzinnen.Heel af en toe komt hij slapen in het houten hutje wat achter in de rimboe staat. Als hij er niet is slaapt Florian er maar zodra hij komt heeft hij een originele plek om zijn ogen dicht te doen.

Nadat we met z’n vieren de maaltijd hadden genoten gingen we naar boven om nog even lekker een pintje te drinken. De combinatie eten-alcohol en vermoeidheid bezorgde ons een goede nachtrust.s’Ochtends stond er een prima ontbijtje op tafel en, alweer, een piano. Deze was echter nog slechter gestemd dan de piano van de avond er voor.Vandaag hadden we ons voorgenomen om naar st Puy te rijden wat ongeveer 55 km verder ligt maar eerst nog even langs het jaarlijkse pottebakkersfeest.

Tegen half drie kwamen we in Lectoure aan waar we bij de plaatselijke bakkerin wat lekkere dingen en drank kochten. Nu we er toch waren besloten we om in st Puy “even” een overnachting te regelen.Nou, grote pech dus. Of ze waren gesloten, of vol en er waren er zelfs die al ruim vijf jaar gesloten waren. We kwamen bij iemand terecht wiens dochter en zoon ook slaapplaatsen aanboden maar daar moesten we wel even een kilometer of 13 voor terug fietsen. Geen optie dus. Eindelijk vonden we een kilometer of 5 verder een plekje plekje op Domaine Cadets de Cascogne.Pierre* werd al vast vooruit gestuurd richting Pauilhac waar het zou moeten zijn en Henry* en ik gingen boodschappen doen.


Telefonisch werd het contact onderhouden en op de vraag waar Pierre* zat vertelde hij dat hij in Pauilhac zat. Hij was drie kilometer te ver doorgereden en moest dus weer terug. Het terugkomen bleek zwaarder dan verwacht en ik besloot hem tegemoet te fietsen maar hij was in geen velden of wegen te zien. Totdat ik in de verte het geluid van een achterstevoren gelezen bijbel hoorde en wist ik dat hij niet ver meer kon zijn.Goed, eerlijk is eerlijk het bord was nauwelijks te zien en de naam van het domaine stond in miniletters geschreven naast, in het groot geschreven “ Village de Roulottes” oftewel dorp met de woonwagens. Toen we de eigenaar hier op aanspraken zei hij dat iedereen hen hier onder die naam kende. Ja, pik, maar wij zochten naar de naam waar je op internet onder te vinden bent.

Voor de verandering was het vanavond mijn beurt om te koken en, natuurlijk, na een goede alcoholische versnapering werden tegen twaalven de bedden opgezocht.

De volgende dag had één van ons drieën (maaaaar we waren het er alle drie mee eens) het lumineuze idee om de weg die we moesten rijden wat “af te snijden”Inderdaad, wat een PRIMA idee. STEILE heuvels en KORTE afdalingen, kortom een slagveld.We, Pierre* en ik deden soms bijna een uur over een hellinkje van 3 kilometer.De “korte” weg bracht ons langs la Sauvetat, een leuk middeleeuws dorpje wat bovenop een heuvel lag. Ook hier deden we er weer drie kwartier over om boven te komen (behalve Henry*, drie vingers in de neus naar boven) om na de afdaling erachter te komen dat als ze een tunnel hadden gegraven we door de berg hadden gekund.

En alweer de redder in nood.

Eindelijk boven waren we helemaal kapot, inderdaad, alle drie. We deden nog even wat boodschappen bij de plaatselijke supermarkt/kroeg/postkantoor/praathuis waarna er voor de deur nog even voor ons werd geposeerd.

Maar, we moesten door anders zouden we st Jean Pied de Port nooit halen. Hup, de fietsen op en scheuren maar. Ja, inderdaad, de eerste twee kilometer gingen hard naar beneden maar daarna was het weer heuvelop tot Jegun. Daar aangekomen waren we het eigenlijk wel een beetje zat en na een kort, maar zeer indringend overleg besloten we om onze plannen wat te verleggen en richting Lourdes te gaan.

Deze keer was een slaapplaats snel gevonden en de weg er naar toe volgende een beekje dus lekker vlak. Net voor Biran had een oudere dame haar huis opengesteld voor pelgrims. Werkelijk een kast van een huis, in totaal bijna 800m2 oppervlakte.We hadden onze fietsen nog niet neer gezet of ze bood ons al wat te drinken aan. Pierre* en ik kozen voor, natuurlijk, een alcoholische versnapering en voor Henry* was de keuze makkelijk, een colaatje.Ze had voor hem echt een cola-TJE meegenomen. De kleinzoon van de dame mocht van zijn vader geen cola drinken en om hem af en toe te verwennen had ze kleine blikjes gekocht.Kwam voor Henry* dus mooi uit, vraag je er één krijg je er twee. Na het biertje werden we nog verrast op een aperitif uit de streek. Floc de Gascogne, en lekkere zachte, laten we maar zeggen, likeur.

We kregen zelfs het geheime recept mee. 6 Eenheden vers druivensap mengen met 3 eenheden armagnac. Vervolgens drie maanden in een luchtdichte fles doen en proost.


Bij het pijltje sliepen wij.

Of wij plannen hadden voor het avondeten? Nou nee, eigenlijk nog niet. Ze vertelde dat ze niet zoveel in huis had maar wel een omelet wilde maken. Kijk, daar zeiden onze lege magen geen nee tegen. Met het weinige wat de vrouw in huis had werd toch een heerlijke maaltijd voor ons bedacht, Soep vooraf, een heerlijke salade, een goed gevulde omelet, kaas en een heerlijke bak yoghurt. Dit alles vergezeld, van hoe kan het anders, een goed glas wijn maar helaas voor Henry* was de cola op.We hadden het prima voor elkaar want we hoefden geeneens af te wassen. Maar om haar te matsen hebben we de vaatwasmachine nog wel even ingeruimd.

Om een uurtje of tien waren de fietsen bepakt om weer op pad te gaan voor een, wat later bleek, beetje saaie dag. Het schoot lekker op na een uurtje of twee hadden we al ongeveer 25 kilometer gefietst. Maar toen was het uit met de pret want het ging weer omhoog. We besloten nog een keer de weg af te snijden en deze keer pakte het beter uit dan de vorige. Op een t-splitsing kwamen we vier wat “pelgrims” op leeftijd tegen. De vorige twee waren de echte, je weet wel met rugzakken. De vier die we nu ontmoeten waren ook “echte” maar dan die van het soort met rugzakken ter grote van een lucifersdoosje. Of ze waren moe of er geen zin in hadden maar op onze intentie om een praatje te maken werd niet gereageerd en ze gingen er direct vandoor. Waardeloos, dachten we net even te rusten moesten we toch weer door.

En daar waren ze dan eindelijk. Bovenop de puist waar wij overheen moesten zagen we de Pyreneeën.Toch nog een kilometer of 70 verder maar ze waren niet gevlucht voor ons.

En alweer.


Aan het eind van de dag waren we bijna in Marciac en werden onze zakcomputers waar je toevallig ook nog mee kan bellen er bij gepakt en gingen we op zoek naar een slaapplaats.We hadden geluk, 500 meter verder bleek een camping te zijn die nog open was. Ik reserveerde twee “lodges” Dat zijn hokken met twee bedden, een koelkast en een dubbel gaspitje.Daar aangekomen kwam de eigenaar aangelopen en vroeg hoe ik dat met m’n rolstoel wilde doen. Ik antwoordde dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Ook hij is “gezegend” met een vrouw die de broek aan heeft. Hij stelde voor om mij in een aangepaste stacaravan te laten slapen maar daar was zij het totaal niet mee eens. Er werd wat geruzied en de dame kwam met een glimlach ons vertellen dat we alle drie in de stacaravan mochten slapen. Ze had wel één voorwaarde: schoon opleveren.

De echte mannen kletsten nog wat maar deze dag was voor een enkele toch wel redelijk zwaar geweest.

Aangezien ik vanavond mocht koken had ik de vrije keuze in het menu. Het werd een, al zeg ik het zelf, heerlijke maaltijd met eendenborstfilet. Het was even behelpen in de keuken maar ik ben toch wel wijs met het resultaat.

Zo, de ogen zijn weer open en buiten is alles nat, meer dan nat zelfs. Het heeft vannacht hard geregend maar we hebben er lekker doorheen geslapen.Stacaravan gepoetst en de eigenaresse erbij gehaald voor de controle. Ze was tevreden en we mochten van haar vertrekken.

Ook over deze dag niet zo heel veel te vertellen. We fietsten richting Lourdes en we zouden wel zien waar we uitkwamen. Onderweg kwamen we nog door Maubourguet waar een oude kerk staat die in de 13eeeuw door de tempeliers moet zijn gesticht. Tempeliers hoor ik u denken, ja, die waren we al eerder tegengekomen. En ook zij hadden toen dorst.

Een wat saaie dag dus. Om een uurtje of vier besloten we naar een plekje op zoek te gaan om te pitten. Gelukkig was er een paar honderd meter verder een mogelijkheid om te slapen. Daar aangekomen bleek de kroeg/hotel sinds een jaar dicht te zijn maar de gemeente had aan de overkant een Multiservice gebouwd. Het werd gerund door twee vriendelijke dames die werkelijk iedereen kenden. Behalve ons dan.

Het zoeken naar een slaapplaats viel, alweer, niet mee gelukkig bood de “gerante” van het winkeltje aan om ons te helpen zoeken. Ik had binnen geen bereik dus besloot lekker buiten in het zonnetje ons geluk te beproeven.De mannen bleven binnen bij hun kop koffie en punt gebak en plotseling komt Henry* naar buiten rennen. Ik was met dezelfde dame aan het bellen waar zij net een kamer aan het reserveren was.We deden nog wat boodschappen, kochten deze keer maar eens een flesje wijn en een cola en gingen op pad.

Na een kilometer of wat reden we Livron binnen en gingen op zoek naar het huis waar we zouden slapen. Een, om het in het Nederlands te zeggen, kast van een huis. Het was ooit door een bakker gebouwd en had goed aan het brood verdient. Het wordt gerund door een echtpaar. Aardige mensen maar wel heel zeker van hun zaak. De eigenaresse straalde de warmte uit van een smeltende ijspegel. Maar verder was ze niet onaardig.We kregen een ruime kamer op de eerste verdieping met een ruime badkamer. Zo ruim dat ik me nergens aan kon vasthouden om me te verplaatsen. Maar schuiven op de grond ging ook prima, scheelde weer een vloer vegen.

Ik had vandaag een keer vrij dus de keuken bleef dicht maar chips bleek de magen ook goed te vullen.

We waren Henry* zo zat dat we besloten om hem voor de rest van de avond in de hoek te zetten.

De volgende ochtend mochten we in de keuken ontbijten. Leuk om te zien dat de eekhoorn al bezig was om zijn wintervoorraad aan te leggen. Het beestje liep af en aan, groef een kuiltje, ging weg om weer terug te komen.

Zo, en nu eindelijk naar Lourdes!!

We hadden gezien dat het laatste stuk zwaar zou kunnen zijn. Gelukkig was dat de lange route van 30 kilometer. Wij kozen op aanraden van één van ons drieën de korte route van 18 kilometer. Goed advies!

Tegen de middag reden we de stad in. We overlegden toen er iemand met het voorstel kwam om direct met de trein door te gaan naar st Jean Pied de Port waar de auto stond. We stonden nog te overleggen toen bleek dat er al iemand naar binnen was geweest om de kaarten te kopen. Nu alleen nog even de fietsen stallen. De dame van de spoorwegen was de meest vriendelijk Française die er ooit geboren was. Wat een bitch. Op de vraag waar we de fietsen konden stallen zei ze dat we dit zelf maar moesten uitzoeken maar dat ze bij het station niet mochten blijven.Gelukkig was de eigenaar van de kroeg zo aardig om ons de fietsen achter zijn zaak te laten neerzetten. Nog geen 10 minuten later ging de trein al, we moesten ons dus haasten.

Zo, Henry* en Pierre* daar heb ik me mooi uitgekletst.

Drie en een half uur later stapten we in st Jean Pied de Port uit. Een kwartiertje naar de bewaakster van de auto lopen, afrekenen en richting Spanje om nog even te tanken en wat drank te kopen.

Het was dit keer een lekkere moderne trein. Laders voor de telefoon en onbeperkt internet.Tijdens de rit een slaapplaats geregeld, lekker dicht in het centrum, bij hotel Vesuvius. Auto en aanhanger in de parkeergarage, naar boven om te douchen en naar beneden om, jawel, op zoek te gaan naar wat lekkers te eten want dat hadden we toch wel verdiend. En bij wie vonden we dit? Er blijken niet één maar twee koningen van België te zijn.

Nee hoor, wij waren de laatsten niet die weggingen. Dat was de eigenaar.

Die nacht, met de wetenschap dat we uitgefietst waren, lekkerder geslapen dan de dagen daar voor.Goed ontbeten en nu maar eens de stad bekijken.Het viel ons op dat er wel heeeel veeeel mensen liepen en we besloten een dame op leeftijd aan te spreken.

Op de vraag waar al die mensen toch vandaan kwamen vertelde ze dat in 1858 de maagd Maria in totaal 18 keer aan Bernadette is verschenen waarna er tussen dat jaar en 2008 70 , door de kerk erkende, wonderbaarlijke genezingen hebben plaatsgevonden.

Sinds die dag is Lourdes een bedevaartsoord geworden met jaarlijks vele miljoenen mensen die naar de grot komen. We vroegen haar de weg en ze vertelde dat het niet ver meer was. We liepen door en besloten ook maar “een gokje te wagen” Onder schamper gelach van Henry* en Pierre* besloot ik als eerste mijn geluk te beproeven. Ze hadden er zo weinig vertrouwen in dat ze ergens anders waren gaan kijken want er is, je zou het niet denken, heel veel te zien daar.

Toen ik de grot verliet kon ik m’, ogen niet geloven want wat zag ik? Vier nieuwe banden op mijn karretje. Ik dus op zoek naar de mannen en die waren zo onder de indruk dat ze direct ook naar de grot holden en in de rij gingen staan. Pierre* vergat totaal om zijn beroemde kniebuiging te doen en er werd zelfs voorgedrongen om te voorkomen dat een eventuele genezing aan een ander zou worden toebedeeld.

Toch even proberen


Hier nog netjes in de rij.

Hier nog steeds netjes in de rij.

En hier de persoon met het groene jack ingehaald.

Bernadette was ons gunstig gezind en besloot het wonder ook over Pierre* en Henry* uit te stortten. Het verhaal gaat dat ze dit maximaal één keer per dag doet maar in het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.Het moment dat we de plek waar Bernadette de heilige Maria ooit heeft mogen aanschouwen verlieten dwaalde er een warme gloed over ons heen.

Toen Henry* en Pierre* de grot verlieten was er van de warme gloed (lees kaarsenstandaard) echter weinig meer over.

Ik had dus van het ene moment op het andere vier nieuwe banden onder mijn karretje zitten maar toen ik Pierre* vroeg om me een zetje te geven wilde dat slecht lukken want hij had er een stijf been bijgekregen. Had de heilige Bernadette zich dan toch vergist? En Henry*? hoor ik u denken. Hij leek door Bernadette vergeten te zijn. Tot dat, ja tot dat we in een semi Belgische eetgelegenheid een overheerlijke toeristenmaaltijd bestelden. De borden stonden nog niet op tafel of Henry* at met een snelheid waar zelfs Pierre* jaloers op was zijn bord leeg waarna hij de magische woorden van Urbanus herhaalde “Nog een bordje”

We waren alle drie met stomheid geslagen. Pierre* een extra stijf been, Henry* at alsof de duivel m op z’n hielen zat en ik vier nieuwe banden.Henry* en ik bleken de enige te zijn die er op vooruit waren gegaan maar om solidair met Pierre* te blijven zijn terug gegaan naar de grot en hebben Bernadette vriendelijk toch zeer dringend gevraagd of ze haar wonderen niet terug wilde hebben. Aldus geschiedde, alles bleef bij het oude. Nog even snel een paar kaarsen aansteken om haar voor een eventuele volgende keer vriendelijk te stemmen en weer terug naar het hotel om de auto op te halen.

"I doont understant wat joe zee" "Nou, gewoon, hier haje een kaarsie"

Wie fotografeert wie nu eigenlijk?

De ene Quasimodo in Parijs

En Quasibeno in Lourdes.

Pierre, Pierre, niet kwaad worden. Ik bedoel het echt niet zo. Je blijft mijn vriend!!


Nog even een uurtje of zes in de auto gezeten, bij thuiskomst lekker gegeten (met dank aan de kok) een paar drankjes lekker geouwehoerd en naar bed.

De volgende ochtend zaten Pierre* en Henry* bijtijds in de auto om af te reizen naar t Veen.

Zo, opgeruimd staat netjes.


Te koop: Driewielligfiets, van een knappe minder jonge man geweest. Slechts drie keer gebruikt!!! Tegen elk aannemelijk bod! Wat zal hij blij zijn als dat kloteding verkocht is.


Met dank aan de deelnemers en wie weet tot een volgende keer.

Ondanks alle aan de samenstelling van dit verhaal bestede zorg kan de schrijver geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.

De schrijver heeft zich alle moeite getroost de rechthebbenden van de in deze uitgave gebruikte afbeeldingen te achterhalen. Zij die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever.

O ja, ik vond het ook heel gezellig. En bij thuiskomst toch ruim een kilo afgevallen.

Reacties

Reacties

Anja van Bruinessen

Een prachtig verhaal met veel humor! Op naar een volgende reis!!

Ina

Tot mijn stomme verbazing kwam er vandaag nog een IMail van de franse camino-ganger,waar ik niet meer op had gerekend.
Een humoristisch verhaal en niet te vergeten afbeeldingen erbij die ik allemaal
wil opslaan.Mannen jullie worden hiervoor heel erg bedankt,ik heb genoten
van alles,maar hoop dat het nu allemaal in een soort van boekvorm of iets dergelijks wordt uitgegeven.
Nogmaals bedankt!!!!!!!

Piet Valkenburg

Voor het uitgeven van het verhaal zijn we nog op zoek naar een sponsor.

Iedereen bedankt voor de leuke reacties.

Bart en Kitty meijer

Fantastisch verhaal! We zijn benieuwd naar de volgende "aflevering"!!!!

Rob Lindeman

Mooie verhalen Pieter. Waar haal je de tijd vandaan. Fietsen zal het wel niet meer worden, maar ik ben benieuwd wat het volgende avontuur is man. Geniet er nog maar even van !!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!